De duizenden bankmedewerkers die hun baan verliezen hebben veel minder kans op nieuw werk dan werklozen in andere sectoren.
Zeker 60 procent van de werkloze bankmedewerkers blijven langer dan een jaar in de WW zitten, terwijl het gemiddelde rond de 35 procent ligt. Het aantal uitkeringen in de financiële wereld is tussen 2009 en 2016 verdrievoudigd, zo blijkt uit een rapport van het UWV, waarover het FD bericht.
Het aantal banen in de financiële sector krimpt sinds het uitbreken van de financiële crisis. Het aantal banen nam tussen 2008 en 2015 af met 41.000. Volgens het UWV zullen er dit jaar en volgend jaar nog eens 10.000 banen verdwijnen.
Dat beeld wordt bevestigd wanneer er naar de bezuinigingsplannen van de grote Nederlandse banken wordt gekeken. Bij de Nederlandse tak van ING verdwijnen er de komende vier jaar 2.300 banen. In september maakte ABN Amro al bekend 1.375 banen te schrappen, deze maand voerde de bank die bezuiniging op en schrapte nog eens 1.500 banen. Rabobank meldde eind vorig jaar tussen 2016 en 2018 zeker 9.000 banen te schrappen.
Hoge WW-uitkering
Een van de redenen dat deze groep zo moeilijk aan nieuw werk komt, zijn de hoge salarissen – waardoor de WW-uitkeringen ook relatief hoog uitvallen en ontslagen medewerkers minder prikkels krijgen om nieuw werk te vinden. Bovendien zijn ze vaak hoger opgeleid dan gemiddeld, en is meer dan de helft ouder dan 45 jaar.
De groepen die er het slechtst van af komen zijn boekhouders en receptionisten. Hun kans op nieuw werk in dezelfde sector ligt gemiddeld op 10 procent. Van de mensen binnen deze groep die een nieuwe baan heeft gevonden, komt zo'n 40 procent terecht in uitzendwerk.